Veluwe in oorlogstijd

Veluwe Remembers - Een historische tijdlijn

In 2019-2020 is het 75 jaar geleden dat de Veluwe, evenals de rest van Gelderland werd bevrijd van de Duitse bezetter. In dit artikel vind je een tijdlijn van belangrijke historische gebeurtenissen van de Veluwe in oorlogstijd. Van de Duitse inval, het Veluwse verzet tot de mislukte operatie Market Garden en de gevolgde evacuatie waarin het gebied een belangrijke rol heeft gespeeld. 

Duitse Inval – mei 1940

Bij de Duitse inval in mei 1940 hield de IJssellinie niet lang stand. Wel werd bij Fort Westervoort (gem. Arnhem) fel gevochten rond de IJsselbrug. Wageningen, Gelders Veenendaal en Scherpenzeel werden op 10 mei geëvacueerd. Ze kwamen midden in de vuurlinie van de Grebbelinie te liggen. De dorpskern van Scherpenzeel en het centrum van Wageningen rond de Grote Kerk tonen de typische wederopbouw uit 1940.

Lucht- en zeeoorlog

In de verdediging van Nazi-Duitsland tegen de luchtaanvallen van de geallieerden vervulde de Veluwe een belangrijke rol. Talrijk zijn dan ook de sporen: het grote Fliegerhorst Deelen (Museum Vliegveld Deelen), de commandobunker Diogenes (Schaarsbergen), de restanten van de radarinstallatie Hase in Harderwijk en radiopeilstation Teerose in Rheden en de gemarkeerde plaatsen van neergestorte vliegtuigen. Radio Kootwijk werd door de Duitsers ingezet in de zeeoorlog voor communicatie met U-boten.

Collaboratie

Ook van de Nederlanders die samenwerkten met de bezetter zijn er herinneringsplaatsen van nationale betekenis. Onder dit beladen erfgoed valt te denken aan het partijdagterrein van de NSB, beter bekend als de Muur van Mussert in Lunteren, het NSB-kinderhuis Oosterhelling in Ellecom en het opleidingscentrum voor de Nederlandse Waffen-SS in Avegoor.

Bezettingsautoriteit

Met de dreiging van een geallieerde invasie in het westen van Nederland besloten de Duitse bezettingsautoriteiten in de loop van 1943 steeds meer diensten en ministeries naar het oosten van Nederland te verplaatsen. De Rijkscommissaris Seyss-Inquart koos Apeldoorn als zijn vestigingsplaats. In talrijke gebouwen waaronder Paleis ’t Loo, werden voor dit doel in gebruik genomen. Met name de bunker van Seyss-Inquart is een tastbare herinnering hieraan. Ook in Arnhem werden diensten gevestigd. 

Jodenvervolging

Als gruwelijkste daad van de Duitse nationaalsocialistische bezetters en hun Nederlandse sympathisanten is de vervolging en moord op de joden aan te merken. Het Museum van de Sjoel in Elburg herinnert aan de joodse gemeenschap in dat stadje die door de Holocaust is vernietigd. 1250 patiënten en personeelsleden van de Joods psychiatrische inrichting Apeldoornsche Bosch werden in vroege morgen van 22 januari 1943 rechtstreeks afgevoerd naar de gaskamers van Auschwitz. In de huidige psychiatrische inrichting herinnert hier nog een route met toelichting aan. Van het joods Rotterdams Kindertehuis dat na het bombardement op die stad in Arnhem was gevestigd (1940-1943) is het verhaal niet direct zichtbaar. Een kleine groep joden had door contacten Mussert en secretaris-generaal Frederiks een bevoorrechte positie in speciale huizen in onder meer Barneveld (Huize de Schaffelaar). Slechts een klein deel kon onderduiken, zoals in het Verscholen Dorp in Vierhouten.

Verzet

Tegen het nationaalsocialistisch regime vond verzet plaats. De sporen hiervan zijn eveneens op de Veluwe aan te treffen. Onderduikgelegenheid was er in het genoemde Verscholen Dorp en bij de Drie in Ermelo. Joden, maar vooral ook Nederlandse jongens die niet in Duitsland wilden werken en Britse piloten vonden hier onderdak. In de laatste fase van de oorlog vonden er op de Veluwe talrijke wapendroppings plaats, waarbij het verzet een belangrijke rol vervulde in de verspreiding. De koepelgevangenis in Arnhem, de Willem III-kazerne in Apeldoorn en Kasteel Engelenburg in Brummen zijn enkele van de locaties waar verzetslieden gevangen zaten en gemarteld werden. Op het Ereveld in Loenen vonden velen van hen uit geheel Nederland een laatste rustplaats.

Slag om Arnhem

17 september 1944 | Start van de Slag om Arnhem

Drie dagen lang landen honderden parachutisten en zweefvliegtuigen ten westen van Arnhem. Op de velden rond Heelsum en Renkum zet de 1e Britse Luchtlandingsdivisie voet aan de grond. Die heeft de opdracht om de Rijnbrug bij Arnhem te veroveren. Ten noorden van Wolfheze landt een Schots bataljon met zweefvliegtuigen. Deze manschappen worden ingezet voor de verdediging van de Ginkelse Heide.

vanaf 19:30 | Gevechten bij de brug

Slechts één bataljon, dat van luitenant kolonel Frost, lukt het om de brug van Arnhem te bereiken. Om 19.30 uur neemt dit groepje van 700 man de brug in, maar ze slagen er niet in om die langer dan vier dagen vast te houden. Op 20 september wordt een staakt-het-vuren overeengekomen. 

18 september | Airborne Luchtlandingen Ginkelse Heide

Het droppingsterrein voor de tweede dag is de Ginkelse Heide bij Ede. Daar ontstaan overal gevechten met Duitse troepen die zich hardnekkig verzetten. De heide blijkt te groot om afdoende te verdedigen, de Schotten verliezen terrein.

21 september | De Polen van Driel

Op 21 september landt bij Driel de Poolse 1e Onafhankelijke Parachutistenbrigade. Hierdoor breken er ook gevechten uit in het gebied ten zuiden van de Rijn. Deze Poolse eenheden behoeden de Britse para’s voor een vernietigende Duitse aanval die voor de daaropvolgende dag is gepland. 

Operatie Market Garden die op 17 september startte, heeft niet het resultaat gehad dat de geallieerden beoogden. Toch zijn er talrijke plaatsen aan de Veluwezoom die eraan herinneren. Wageningen en Ede werden gebombardeerd, waarbij talrijke burgers omkwamen. Bij Ede vonden luchtlandingen plaats. Rond de verkeersbrug in Arnhem werd fel gevochten en in Oosterbeek (Airbornemuseum Hartenstein) hield de 1st Airborne Division tien dagen stand. De gewonde krijgsgevangenen werden naar een hospitaal in de Willem III-kazerne in Apeldoorn gebracht.

Evacuatie

Na het mislukken van operatie Market Garden werd de Veluwezoom door de Duitsers geëvacueerd. Honderdduizenden moesten uitwijken naar het noorden en kwamen op de Veluwe terecht in plaatsen als Nijkerk, Barneveld, Beekbergen en Putten. Er zijn verschillende monumenten die hieraan herinneren, zoals het Exodusmonument in Beekbergen, dat verwijst naar de tientallen burgers die tijdens deze tocht door geallieerde beschietingen omkwamen.

Putten en andere represailles

De Duitse bezetter was als gevolg van de geallieerde opmars in 1944 en het steeds verschuivende front zeer bevreesd voor acties achter de frontlinie. De Jedburgh acties rond Arnhem en wapendroppings op de Veluwe gaven hiertoe ook aanleiding. De Duitse reactie bestond uit terreur. Op de Veluwe hebben de meest dramatische represaille acties plaatsgevonden die ook in monumenten herdacht worden: het afvoeren en vervolgens de dood van een groot deel van de mannelijke bevolking van Putten heeft internationale bekendheid. De terreur na de aanslag op Rauter bij de Woeste Hoeve heeft diepe sporen na gelaten. Maar ook in Hattem en Apeldoorn vonden represailles plaats na acties van het verzet.

Dwangarbeid

Tijdens de bezetting waren er op de Veluwe verschillende werkkampen, die overigens al voor de oorlog waren ingericht. Werkelozen, Nederlandse Arbeidsdienst, joden en anderen werden hier in verschillende gradaties van dwang genoodzaakt te werken. Vanaf het najaar van 1944 werd het arbeidstekort van de Duitsers steeds nijpender en waren ook voor het aanleggen van verdedigingswerken meer mannen nodig. Bij razzia’s in Apeldoorn en Oldebroek werden vele mannen opgepakt. Dit verhaal is op verschillende plaatsen te zien.

Canadese bevrijding en capitulatie

Vanaf 12 april 1945 trokken de Canadezen de IJssel over en werd de Veluwe geleidelijk bevrijd. Bij Otterlo vond 16/17 april de laatste grote slag in Nederland plaats waarbij 300 Duitsers en 50 Canadezen sneuvelden. In onder meer Apeldoorn, Arnhem, Nijkerk en Wageningen zijn er plaatsen waar deze bevrijding herdacht wordt. De nationale capitulatie vond in mei 1945 plaats in Hotel de Wereld in Wageningen.

Indië

Terwijl Nederland bevrijd was, ging de strijd en bezetting van Indië door. Door de talrijke monumenten en het museum bij Huis Bronbeek (Arnhem) wordt dit verhaal van de oorlog in Indië verteld. Naast de vele woningen van Indische Nederlanders in Arnhem en omgeving, zorgde Radio Kootwijk ook voor de sterke band van Gelderland en in het bijzonder de Veluwe met Indië.

Herinneringsmonumenten

De Veluwe heeft in vele opzichten een nationaal herinneringskarakter als het gaat om de oorlog. Prinses Juliana keerde met haar dochters op vliegveld Teuge terug uit ballingschap. Op het Ereveld in Loenen hebben militairen en verzetsmensen uit heel Nederland hun laatste rustplaats. Hun verhalen zijn indrukwekkend. De Airbornebegraafplaats in Oosterbeek trekt elk jaar veel bezoekers uit binnen en buitenland. Het monument van Putten heeft een grote uitstraling en bekendheid. Ook elders op de Veluwe treffen we een groot aantal oorlogsmonumenten. In Oosterbeek bevind zich ook het atelier van Marius van Beek, een kunstenaar die na de oorlog veel oorlogsmonumenten heeft ontwerpen.

Tekst door: dr. Joost Rosendaal | WO2GLD