Geschiedenis Alle-verhalen van duizend-en-een-nacht kennen een lange geschiedenis. Ze zijn ontstaan in de Perzische, Arabische en Indische verteltradities. De vroegst overgebleven schriftelijke bronnen stammen uit de 14e en 15e eeuw uit Syrië. Bij de verschillende vertalingen werden de verhalen aangepast aan de smaak van de tijd: gekuist of ongekuist. De versie van de Fransman Antoine Galland (1646-1715) stond aan de basis van vele vertalingen die later zouden volgen. Echtelijke sponde Pieck illustreerde vanaf 1943 alle 16 delen. Naar verluid las hij, vóór het tekenen, alle duizend-en-een-verhalen - de brave en de pikante - voor in de echtelijke sponde. Misschien dat hij daardoor het volledige werk pas 13 jaar later afrondde. Rode oortjes Ter gelegenheid van de Hanzenacht is er om 21 uur een voorleessessie van de pikante ongekuiste paragraaf uit Alle-verhalen van duizend-en-een-nacht. Het kan zijn dat sommige volwassenen, zelfs vandaag de dag, hier nog rode oortjes van krijgen.